Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Kapitaalgoederen zijn de gemeentelijke eigendommen (assets) in het fysiek domein. De paragraaf Kapitaalgoederen geeft inzicht in de beleidskaders, de financiële consequenties die voortvloeien uit het beleid, en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Kapitaalgoederen worden onderscheiden in drie categorieën:

  1. Openbare ruimte: de openbaar toegankelijke wegen, parken en inrichting.
  2. Riolering: het stelsel voor hemelwaterafvoer, huisaansluitingen en infiltratie. Riolering is financieel een gesloten systeem dat gevoed wordt vanuit de rioolheffing.
  3. Vastgoed: gebouwen, zoals het stadhuis en de sporthal, en niet-openbare terreinen, zoals de gemeentewerf, sportvelden en de begraafplaats.

Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk beleid

Per hoofdonderwerp wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste wettelijke kaders en op het gemeentelijk vastgesteld beleid.
Op alle onderwerpen is in relatie tot de kapitaalgoederen het gemeentelijk financieel beleid van toepassing:

  • Besluit Begroten en Verantwoorden en de Nota Financiële Sturing waarin de regels zijn vastgelegd ten aanzien van de financiering van exploitatie en investeringen

Openbare ruimte

Het wettelijk kader voor de instandhouding van de openbare ruimte bestaat uit de zorgplicht om het areaal veilig te houden voor gebruik (inwoners, recreanten, passanten) en om te borgen dat beheer en onderhoud veilig kan geschieden (arbo). De belangrijkste wetgeving hier is:

  • Wegenwet (bevat eisen voor de verharding inclusief kunstwerken die deze functie vervullen)
  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)
  • Woningwet, uitgewerkt in het bouwbesluit (bevat eisen voor bouwwerken geen gebouw zijnde en aansluiting van woningen op de omgeving)

Andere wetgeving zoals de Wegenverkeerswet en Wet natuurbescherming zijn primair van toepassing bij (ver)bouw en in mindere mate bij instandhouding. De mate waarin aankomende Omgevingswet van invloed is op instandhouding is nog niet bekend.

Bovenop het wettelijk kader heeft de gemeente eigen beleid vastgesteld voor de instandhouding van de openbare ruimte:

  • Beleidsplan Wegbeheerplan 2017-2026 (17R.00368) waarin primair besloten is Beeldkwaliteit B voor de verharding te hanteren en financieel te werken met een Voorziening voor de exploitatie.
  • Beleidsplan Groenblauw 2021-2030 (D/21/006934)
  • Nota Openbare Speelruimte 2013 (raadsbesluit 3 oktober 2013) waarin primair besloten is een reductie van speelvoorzieningen door te voeren

Riolering

Het wettelijk uitgangspunt voor riolering omvat:

  • Waterwet (bevat eisen voor de gemeentelijke taken Afvalwater, Regenwater en Grondwaterstand en hiertoe dient de rioolheffing)
  • Wet milieubeheer (bevat eisen voor o.a. riolering en baggeren)

Gemeentelijk is het volgende beleid vastgesteld:

  • Gemeentelijk WaterbeleidsPlan (GWP) 2020-2024 (19.011511)

Vastgoed

Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed is het meerjaren-onderhoudsprogramma, gebaseerd op de NEN 2767.
Het beleidsniveau wordt gekwantificeerd op basis van een conditiescore op een zespuntsschaal. Voor het gemeentelijk vastgoed wordt de conditiescore 3 gehanteerd.
Jaarlijks wordt het onderhoud opgenomen in een taakstellend jaarplan. Bij de uitvoering van onderhoud wordt rekening gehouden met gebouwen die eventueel gesloopt of verkocht kunnen worden.

  • Duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP) 2021-2030 

Openbare ruimte

Terug naar navigatie - Openbare ruimte

Assetmanagement, het procesmatig en planmatig beheer van de openbare ruimte, omvat alle activiteiten om de fysieke assets heel en veilig te houden binnen de gestelde kaders. Assetmanagement draait om de afweging tussen kosten, prestaties en risico's. Kosten zijn de berekening van de areaalomvang en benodigde maatregelen, om te voldoen aan de vastgestelde prestaties binnen acceptabele risico's. Prestaties zijn de wettelijke en gemeentelijke beleidskaders.  Voor sturing op risico's is nog geen beleidskader gedefinieerd.

Zonder risicokader worden de benodigde middelen bepaald door deze formule:

 

Er is nog niet IBOR-breed getoetst of de beschikbare middelen en organisatie aansluiten op het areaal en de kaders.
Ten aanzien van (vervangings-)investeringen worden per project separate kredieten aangevraagd.

 

De openbare ruimte bestaat in hoofdlijn uit de volgende assets:

Assettype Omvang (indicatie) Kwaliteitseis
Verharding 580 duizend m2 CROW Beeldkwaliteit B
Beplanting 127 duizend m2 Zorgplicht
Bomen 8 duizend stk Zorgplicht
Bruggen en steigers 54 stk CROW Beeldkwaliteit B voor rijbaan als onderdeel van verharding
Gras 527 duizend m2 Zorgplicht
Inrichtingselementen 3 duizend stk Zorgplicht
Kademuren en damwanden 1300 m1 Zorgplicht
Lichte beschoeiingen onbekend m1 Zorgplicht
Markt- en Evenementenkasten 1 stk Zorgplicht
Openbare Verlichting houten masten * 102 stk Zorgplicht
Openbare verlichting elektrakasten 23 stk Zorgplicht
Speeltoestellen 117 stk Zorgplicht
* Betreft houten masten in gemeentelijk eigendom. Overige masten en alle armaturen zijn in eigendom en beheer bij CityTec.

Openbare ruimte - inzicht in exploitatie

Terug naar navigatie - Openbare ruimte - inzicht in exploitatie

Onderstaande tabel geeft inzicht in de exploitatie die gemoeid is met de openbare ruimte.
De grootste aandachtspunten over 2022 zijn:

  1. Openbare verlichting
    Parallel aan de terugkoop van CityTec wordt sinds 2021 in grote reconstructies verlichting reeds in eigendom van de gemeente geplaatst; in 2021/2022 is bijvoorbeeld de openbare verlichting van de Lange Burchwal opgeleverd. In 2023 zal de beheerorganisatie voor de openbare verlichting verder opgetuigd moeten worden.

  2. Onkruidbestrijding
    De kaders, financiën en organisatorische inbedding blijken onvoldoende op orde. In combinatie met het groeizame weer en het effect dat niet meer met chemische middelen gewerkt mag worden, resulteerde dit in veel klachten. In 2022 is de organisatorische inbedding en het beleid met bijbehorende financiën onder de loep genomen. Resultaten worden in 2023 meegenomen om tot passend beheer te komen. 

  3. Voorzieningen wegen en civiele kunstwerken
    Naar aanleiding van bevindingen van de accountant zijn de voorzieningen omgezet naar reserves. Voor reserves niet de geen plicht om beheerplannen te hebben. Er is (nog) geen financiële beleidskeuze gemaakt of het wenselijk is de voorzieningen weer in het leven te roepen en hoe dit de bijbehorende bevoegdheden georganiseerd moeten worden. Vanuit de verschillende beheerdisciplines wordt in de meerjarenplannen wel gekeken of/hoe de gealloceerde reserves te benutten in de uitvoering.
Samenvatting 2022 Exploitatie begroot Exploitatie werkelijk Investeringen begroot Investeringen werkelijk
A) IBOR 1-Verhardingen 1.550.996 899.146 5.650.823 1.992.561
1-Straatreiniging - -15.872 - -
1-Gladheidbestrijding 77.404 55.397 - -
2-Groenvoorziening 356.146 348.012 374.851 177.386
2-Onkruidbestrijding 64.800 87.607 - -
2-Speelvoorzieningen 24.127 22.490 13.000 13.073
3-Straatmeubilair 23.208 19.368 - -
3-Verlichting 470.639 411.667 - -
4-Beschoeiingen/kademuren 159.382 28.783 2.006.195 1.388.992
5-Civiele kunstwerken 407.904 393.951 2.636.096 1.443.737
Subtotaal 3.134.606 2.250.549 10.680.965 5.015.749
B) Riolering 1.408.504 1.448.236 6.136.605 2.852.309
C) Baggeren 270.055 122.804 - -
Totaal 4.813.165 3.821.589 16.817.570 7.868.058

Openbare ruimte - inzicht in investeringen

Terug naar navigatie - Openbare ruimte - inzicht in investeringen

Investeringen worden per project aangevraagd bij de Raad, de begroting voorziet niet in structurele investeringen of investeringsruimte voor de openbare ruimte. 
Projecten doorlopen de fasen voorbereiding en uitvoering. Voor grote nieuwe investeringen wordt in het vervolg gestart met een Planstudie, om aan de voorkant een realistischere projectraming aan de Raad voor te kunnen leggen. 

Project Projectfase Toelichting
Renovatie Hoenkoopsebrug Voorbereiding Project is in voorbereiding. Brugbedieningshuisje wordt vervangen in Q2 2023.
Renovatie Vrouwenbrug en brug Tappersheul Afgerond Beide projecten zijn in 2022 afgerond. Werkzaamheden zijn binnen budget gebleven. 
Herstel oeverbescherming Lange Linschoten Voorbereiding Laatste fase in voorbereiding. Eerdere fases zijn binnen budget gebleven. 
Reconstructie Brede Dijk Voorbereiding Aanbesteding fase 1 t/m 3 loopt. Uitvoering start Q2 2023.
Masterplan Binnenstad - Lange Burchwal Afgerond Project is in 2022 afgerond. Verantwoording volgt bij herijking Masterplan. 
Masterplan Binnenstad - Bruggen en kademuren Uitvoering Restauratiewerkzaamheden in uitvoering. 
Masterplan Binnenstad - Gasplein Voorbereiding Project is in voorbereiding.
Masterplan Binnenstad - Markt e.o. Voorbereiding Project is in voorbereiding. Start uitvoering eind 2023 i.v.m. nutswerkzaamheden.

 

 

Investering verharding (wegen) Begroting Jaarrekening
Krediet Masterplan Bovengronds 2020 85.810 66.979
Krediet Masterplan Bovengronds 2021 679.846 142.617
Krediet Masterplan Bovengronds 2022 50.000 320
Krediet Reconstructie Brede Dijk 2021 4.835.167 268.794
Doorlopende verplichtingen naar 2023 - 1.513.851
TOTAAL € 5.650.823 € 1.992.561

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

In financieel opzicht is het uitgangspunt een kostendekkende exploitatie via de tarieven. Wanneer sprake is van een incidentele verstoring (pieken of dalen) wordt een en ander geëgaliseerd door een bijdrage uit of storting in de voorziening Riolering. Hiermee wordt gezorgd voor kostendekkend waterbeheer vanuit de rioolheffing voor de lange termijn.

Exploitatie Riolering Begroting Jaarrekening
Jaarrekening werken 1.408.504 1.448.236
TOTAAL € 1.408.504 € 1.448.236
Investeringen Riolering Begroting Jaarrekening
Krediet Masterplan Ondergronds 2020 225.014 225.014
Krediet Masterplan Ondergronds 2021 375.819 337.670
Krediet Masterplan Ondergronds 2022 932.530 409.647
Krediet Vervanging riool Brede Dijk 2021 2.813.984 115.058
Krediet Drukriolering 2020 372.736 375.262
Krediet Drukriolering 2021 495.503 174.088
Krediet Drukriolering 2022 500.000 4.855
Krediet Gemalen 2021 125.000 12.415
Krediet Drainage en persleidingen 2021 35.000 -
Krediet Drainage en persleidingen 2022 120.000 -
Krediet Duikers en NVO 2022 82.500 -
Krediet Afkoppelen Hoenkoop (wadi's) 2022 50.000 -
Krediet Vrijvervalriolering 2021 8.519 -
Doorlopende verplichtingen naar 2023 - 1.198.300
TOTAAL € 6.136.605 € 2.852.309

Civiele kunstwerken

Terug naar navigatie - Civiele kunstwerken
Investering civiele kunstwerken Begroting Jaarrekening
Krediet Renovatie Hoenkoopsebrug 896.129 17.214
Krediet Renovatie Vrouwenbrug en brug Tappersheul 439.967 373.228
Krediet Masterplan Bruggen/Kademuren 2022 1.300.000 397.800
Doorlopende verplichtingen naar 2023 - 655.495
TOTAAL € 2.636.096 € 1.443.737
Investering oevers en beschoeiingen Begroting Jaarrekening
Krediet herstel oevers Lange Linschoten 2019 116.342 116.320
Krediet herstel oevers Lange Linschoten 2020 8.987 8.870
Krediet herstel oevers Lange Linschoten 2021 1.480.866 891.419
Krediet herstel oevers Lange Linschoten 2022 400.000 0
Doorlopende verplichtingen naar 2023 - 372.383
TOTAAL € 2.006.195 € 1.388.992

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Gebouwen

Uitgangspunt voor het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed (gebouwen) is het geactualiseerde meerjarenonderhoudsplan, gebaseerd op de NEN 2767. Met ingang van 2021 is het meerjarenonderhoudsplan ten behoeve van het gemeentelijk vastgoed voor de periode 2021-2030 volledig geactualiseerd en omgezet naar een duurzaam meerjarenonderhoudsplan (DMOP). Door middel van het inzetten van het DMOP wordt inzichtelijk gemaakt welke duurzame keuzes gemaakt kunnen worden bij regulier vervangingsonderhoud op natuurlijke vervangingsmomenten. Voorbeelden van duurzame keuzes bij regulier vervangingsonderhoud zijn duurzaam materiaal gebruik, duurzame vervanging van componenten of onderdelen van installaties. Extra investeringen die nodig zijn om gebouwen energieneutraal te maken of om het energielabel met stappen te verbeteren zijn niet in het DMOP opgenomen. Dergelijke maatregelen vragen om een aparte besluitvorming van de gemeenteraad. Het beleidsniveau voor de uitvoering van het plan is conditiescore 3 (wat overeenkomt met cijfer van ongeveer 6,5 op een schaal van 10). In december 2021 is het meerjarenonderhoudsplan voor het gemeentelijk vastgoed vastgesteld door de gemeenteraad en is de bestemmingsreserve omgezet naar onderhoudsvoorziening voor het groot onderhoud. Hiermee is voldaan aan de aanbeveling van de accountant. De bestemmingsreserve is in stand gehouden om onderhoud te dekken aan vastgoed dat op de nominatie staat om afgestoten te worden. 

De actuele gemiddelde jaarlijks benodigde middelen voor uitvoering van het onderhoud bedragen ca. € 270.000. De begrotingslast ten behoeve van onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed bedraagt in 2022  ca. € 159.000. Zowel de benodigde middelen als de begrotingslast worden jaarlijks geïndexeerd. Bij de berekening van de jaarlijkse benodigde middelen is uitgegaan van het afstoten van diverse vastgoedobjecten, om in meerjarenperspectief een sluitende onderhoudsbegroting te realiseren. De jaarlijkse begrotingslast voor uitvoering van het meerjarenonderhoudsplan blijft gelijk bij het afstoten van vastgoed. Dit is noodzakelijk omdat er in de jaren 2018 tot en met 2020, vooruitlopend op het afstoten van vastgoed, gefaseerd structureel € 100.000 aan jaarlijkse begrotingslast voor onderhoud taakstellend is bezuinigd. De onderhoudsvoorziening heeft hierdoor een minimale buffer om tegenvallende resultaten in de uitvoering op te vangen. 

In 2022 is een bedrag van plusminus € 510.000 geraamd voor klein en groot onderhoud. In totaal is er ca. € 172.000 aan onderhoud uitgegeven. Deze lagere uitgaven zijn het gevolg van ondercapaciteit in het cluster vastgoedbeheer van de gemeente.  Het meerjarenonderhoudsplan heeft een update gekregen door de niet uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden op verantwoorde wijze door te schuiven naar 2023 en volgende jaren. Vanaf februari 2023 is 1 fte aan het cluster vastgoedbeheer toegevoegd, zodat de kwaliteit en planning bij de uitvoering van het onderhoud beter geborgd kunnen worden.

Het beleid blijft erop gericht om gemeentelijke gebouwen af te stoten indien deze vanwege hun aard en functie niet noodzakelijkerwijs tot het gemeentelijk eigendom hoeven te behoren. Het meest recent afgestoten object is het gebouw Tjonkie per 1 januari 2022. Ten aanzien van de overige af te stoten objecten zijn of worden voorbereidingen getroffen.