4 Ramingsgrondslagen

In deze begroting zijn de volgende grondslagen gehanteerd:

Lonen en prijzen

Voor de indexatie van kosten wordt gebruik gemaakt van de prognoses van het Centraal Planbureau (CPB) in het Centraal Economisch Plan (CEP). Voor de materiële kosten is dit 3,9%, voor de loonkosten 5,2%
Voor de te hanteren indexatie wordt uitgaan van afgerond 4,8% (70% loonindexatie en 30% IMOC).

De kosten voor de dienstverleningsovereenkomst met gemeente Woerden worden geïndexeerd met de volgende prijsindexen uit de meicirculaire:
Loonkostencomponent: Loonvoet sector overheid (5,2%)
Overige kosten Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc) (3,9%)

Algemene uitkering
De Algemene Uitkering wordt geraamd op basis van de meicirculaire. Voor indexen worden alleen rekening gehouden met het begrotingsjaar 2024. Voor het meerjarenperspectief gelden constante prijzen (meerjarenbegroting is prijspeil 2024).

Tarieven lokale heffingen
Voor afvalstoffenheffing en rioolrechten, alsmede diverse leges, wordt rekening gehouden met de maximale kostendekkendheid.

Rente
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) moeten rentekosten aan de taakvelden/programma’s worden toegerekend met behulp van een (rente)omslag. De commissie BBV heeft een aanbeveling gedaan ten aanzien van de systematiek waarop het renteomslagpercentage kan worden berekend. Op basis van deze systematiek is het renteomslagpercentage voor 2023 becijferd op 1,5%.

Er vindt geen rentebijschrijving plaats op reserves en voorzieningen.

Grondexploitaties
De berekeningswijze van de rente grondexploitaties is in het BBV voorgeschreven. Het rentepercentage is bepaald door het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen. Voor 2024 is dit rentepercentage berekend op 1,18%.

De disconteringsvoet voor verliesvoorzieningen binnen grondexploitaties schrijft het BBV verplicht voor op 2,0%.