Aanbiedingsbrief bij Programmabegroting 2024 - 2027

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

 

Geachte leden van de raad,


Voor u ligt het voorstel voor de programmabegroting 2024-2027. Hierin is de door uw raad vastgestelde Kadernota verwerkt. Daarnaast is de going concern-begroting geactualiseerd, verhoogd met loon- en prijsstijgingen en is de meicirculaire erin verwerkt.  Ook is van de afgewezen zaken bij de Kadernota de 'Laadvisie 2023-2030' in deze begroting verwerkt. Dit naar aanleiding van de besprekingen en het amendement in de gemeenteraad van 29 juni 2023. 
Daarnaast stond op de afgewezen zaken bij de Kadernota ook het actualiseren van de monumentenlijst en een klein werkbudget voor erfgoed. Op dit moment wordt gewerkt aan de Uitvoeringsagenda Erfgoed 2023-2026. Om aan de uitvoering van deze agenda enige invulling te geven, hebben wij incidenteel voor 2024 en 2025 € 25.000 opgenomen voor het actualiseren van de monumentenlijst. Vanaf 2026 is daar geen ruimte voor, gelet op de tekorten die er dan zijn. 

Na deze mutaties laat de begroting 2024 en 2025 een overschot (+) zien en de jaren 2026 en 2027 een tekort (-/-). 
2024:    + €     315.207
2025:    + €     532.969
2026: -/-  € 1.291.305
2027: -/-  € 1.454.134

De overschotten in de eerste jaren worden voornamelijk veroorzaakt door een hogere Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds. Het tegenovergestelde geldt voor de jaren 2026 en 2027. In deze jaren is sprake van een fors dalende Algemene Uitkering. De tekorten zijn nog groter geworden door de kapitaallasten van de investeringen Tappersheul I en II en de kademuren (zie bijlage 7).
Uitvoeren en afronden

In de Programmabegroting 2022 zijn de ambities van Oudewater verwerkt. Het gaat om onder andere de volgende zaken:
•    Ontwikkeling De Klepper – Cultuurhuis en verkoop Stadskantoor;
•    Bijdrage nieuwbouw zwembad;
•    Ontwikkeling Statenland;
•    Toekomst Eiber – ontwikkeling sporthal De Noort Syde.

Hiernaast zijn ook de grote projecten in de openbare ruimte financieel in de begroting vertaald. Hierbij gaat het onder meer om:
•    Masterplan Binnenstad;
•    Aanpak Lange Linschoten;
•    Reconstructie De Brede Dijk;
•    Revitalisering Tappersheul I en II;
•    Renovatie Hoenkoopse Brug.

Ook loopt er een flink aantal ruimtelijke projecten zoals het Bolwerck, de Schuylenburcht en Westerwal. Ook moeten de projecten ontwikkeling Statenland en Kerkwetering leiden tot grondexploitaties om zo de gemaakte kosten voor deze ontwikkelingen te dekken en met name noodzakelijke woningbouw te realiseren. Het gaat dus allemaal om ontwikkelingen en investeringen die zijn opgepakt en de komende jaren de nodige capaciteit zullen vragen. 
Na de verkiezingen van maart 2022 heeft de gemeenteraad het 'Hoofdlijnenakkoord 2022-2026' vastgesteld. Vervolgens is een collegewerkprogramma (CWP) opgesteld en is op een rij gezet wat dit concreet betekent. De maatschappelijke effecten en te bereiken resultaten zijn gekoppeld aan concrete inspanningen, gepland over verschillende jaren en daar waar mogelijk financieel vertaald en verwerkt in de begroting. 
Geconcludeerd mag worden dat heel veel zaken in de begroting zijn verwerkt die al zijn opgepakt en de komende jaren moeten worden afgerond.

Financiële begroting 2024 - 2027

Terug naar navigatie - Financiële begroting 2024 - 2027

Deze begroting is gebaseerd op de Kadernota 2024 die door de raad op 29 juni jl. is vastgesteld. Daarnaast zijn de financiële effecten van de meicirculaire 2023 verwerkt. Ten opzichte van de Kadernota zijn dit de belangrijkste onderwerpen die financieel doorvertaald zijn:

  • Indexering van kosten met 4,2%;
  • Indexering van de OZB en overige lokale heffingen met 4,2%, met zonodig aanvullende bijstelling op basis van het uitgangspunt van kostendekkendheid en vastgestelde plannen.

 

Algemene uitkering

Op basis van de meicirculaire 2023 is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds berekend voor de jaren 2024 tot en met 2027. Voor de jaren 2024 en 2025 stijgt de algemene uitkering fors. De jaren hierna is er een forse daling te zien. Het jaar 2026 is het bekende 'ravijnjaar'. Ditzelfde beeld zien we ook bij de begrotingssaldi voor deze jaren. 

Ratio weerstandsvermogen, schuldquote en solvabiliteitsratio

De ratio weerstandsvermogen bij vaststelling van de jaarrekening 2022 was 0,7. Aan de hand van de mutaties vanuit de door u vastgestelde jaarrekening 2022, de mutaties in 2023, vastgestelde voorjaarsrapportage 2023 en de mutaties in voorliggende meerjarenbegroting zijn de stand van de Algemene Reserve (AR) en de risico's geactualiseerd en is de ratio weerstandsvermogen opnieuw berekend. Deze komt nu voor 2024 uit op 0,8. Hierbij is met name rekening gehouden met de onttrekking aan de AR voor het zwembad (€ 2,5 miljoen), het positieve saldo van de begroting 2024, de vastgestelde voorjaarsrapportage 2023 en begrotingssaldo 2024.

In meerjarenperspectief loopt de ratio weerstandsvermogen op naar 0,9 in 2027. Dit is het gevolg van het verwerken van de begrotingssaldi in de AR en de terugstorting in de AR bij de verkoop van Statenland in 2027. Desondanks blijft de weerstandsratio onder de norm van 1,0, hetgeen zorgelijk blijft.

Wanneer de netto schuld groter is dan 130% van de inkomsten is er volgens de VNG sprake van een erg hoge schuld. In de nu voorliggende begroting loopt de schuldquote op tot 198% in 2027. Ook dit is een zorgelijk beeld, maar het past in het beeld van de ontwikkelingen en investeringen die Oudewater in de begroting heeft opgenomen.

Ook de solvabiliteitsratio loopt in het meerjarenperspectief verder af naar 3%, ver beneden de norm van 20%.

De details en uitgebreide toelichtingen op de in deze alinea genoemde ratio's zijn opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing. 

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk
2024 2024 2023 2023
1-persoons- huishouden meerpersoons- huishouden 1-persoons- huishouden meerpersoons- huishouden
1 OZB 506 506 483 483
2 Rioolheffing 382 382 334 334
3 Afvalstoffenheffing (2024)* 287 336 262 328
Totaal € 1.175 € 1.224 € 1.079 € 1.145
* Betreft een inschatting van de hoogte van de afvastoffenheffing op basis van het verwachte aantal aanbiedingen. Daarbij is uitgegaan van gemiddeld 4 aanbiedingen voor een éénpersoonshuishouden en 11 voor een meerpersoonshuishouden.

1. OZB
De OZB is geïndexeerd met 4,2%.

2. Rioolheffing
De stijging van de rioolheffing is in zijn totaliteit 14,2%. Hiervan is 4,2% indexering en 10% op basis van het waterbeleidsplan.

3. Afvalstoffenheffing
De stijging van de afvalstoffenheffing is in zijn totaliteit 4,2%.

Conclusies, risico's en voorstellen

Terug naar navigatie - Conclusies, risico's en voorstellen

a. Conclusies
De programmabegroting 2024-2027 is voor de jaren 2024 en 2025 sluitend, voor de jaren 2026 en 2027 niet.

b. Aandachtspunten begroting
De begroting geeft vanaf 2026 een fors tekort te zien. Hopelijk worden deze tekorten, via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, nog gecompenseerd door het Rijk. Als we ervan uitgaan dat het Rijk de veel gehoorde 3 miljard zou compenseren, is dit voor Oudewater een voordeel van ruim € 1,6 miljoen vanaf 2026. Vraag is of deze verwachting reëel is, maar daarmee zouden de tekorten worden afgedekt.
Mocht dit niet zo zijn dan moeten maatregelen worden genomen om deze tekorten terug te dringen. De maatregelen hebben we voorzien van indicatieve bedragen die zo nodig nog verder moeten worden uitgezocht en onderbouwd.
Kijkend naar wat onder andere is benoemd in de Financiële Heroriëntatie gaat het hierbij om de volgende zaken:

•    Afstoten de Klepper (€ 330.000 (excl. eenmalige afboeking gemaakte kosten));
•    Sluiten zwembad (€ 250.000);
•    Sluiten bibliotheek (€ 200.000);
•    Schrappen alle kleinere subsidies (€ 160.000);
•    Sociale voorzieningen terugdringen naar het wettelijk minimumniveau (pm);
•    Taken terugdringen naar het wettelijk verplichte minimum (pm);
•    Verhoging van de OZB (1% = € 30.000).
Zoals u kunt zien, zijn deze ingrijpende bezuinigingen niet genoeg om het gat te dichten, maar zijn de maatschappelijke gevolgen groot.

c. Voorstellen
1. De Programmabegroting 2024, inclusief mutaties in de reserves, vast te stellen;
2. De investeringsbudgetten uit de jaarschijf 2024 van de investeringsplanning vast te stellen;
3. De meerjarenraming 2025-2027 te aanvaarden als leidraad voor het te voeren beleid in de jaren 2025, 2026 en 2027.