In de motie "Rustig aan" wordt opgeroepen eerst te kijken naar temporiseren van investeringen, voordat bezuinigingen en lastenverzwaringen overwogen worden. Het temporiseren en schrappen van investeringen heeft ook een positief effect op de schuldquote en de capaciteit die de organisatie moet leveren.
De schuldquote is nog aan de (te) hoge kant en een punt van aandacht. Bij vaststelling van de jaarrekening 2024 was deze 71%. Dit is een flink stuk lager dan bij de begroting (181%) werd verwacht. Reden is dat investeringen qua uitvoering te optimistisch worden ingeschat en er dus jaarlijks sprake is van het doorschuiven van investeringen (de zogenaamde boeggolf). In de Financiële verordening 2023 is voor de netto schuldquote een streefwaarde van 90% opgenomen. Tevens gelden de signaleringswaarden >90% en >130%.
De netto schuldquote opgenomen in de begroting 2025-2028 was voor 2026 is 150%. Om de schuldquote naar beneden te krijgen moeten investeringen beter worden ingepland om een jaarlijkse boeggolf (doorschuiven van investeringen naar het volgende jaar) te voorkomen en moeten er investeringen worden geschrapt.
In de bijlage "Totaal investeringsoverzicht" hebben wij alle (reeds verstrekte en de bij Voorjaarsrapportage 2025 en Kadernota 2026 gevraagde kredieten) investeringen opgenomen om een complete nieuwe afweging te maken. Aan de investeringen hebben ook een kleur gegeven. Groen staat voor doorgaan, oranje voor later in de tijd plannen/gefaseerd opnemen en rood voor het schrappen van deze investering.
Als alle "groene" investeringen in 2026 worden uitgevoerd komt de schuldquote uit op 133%. De groene investeringen zijn inde investeringen die al in uitvoering zijn, die echt moeten gebeuren, of een logische afronding zijn van een project. Dit zijn onder andere de grote projecten "Masterplan binnenstad" en de "Reconstructie Brede Dijk". Bij de uitvoering van het Masterplan binnenstad hebben wij gekozen om zaken rond de "H" uit te voeren en de overige budgetten te schrappen. Hiervoor gaan we nog onderzoeken welk budget er nodig is om het noodzakelijk onderhoud te kunnen plegen. De reconstructie Brede Dijk willen wij ook uitvoeren tot en met fase 5, inclusief fietsveiligheid, omdat fase 5 de fases 1 tot en met 4 verbind en de totale reconstructie netjes afrond.
Als de "oranje" ook in 2026 uitgevoerd gaan worden stijgt de schuldquote naar 154%. Onderdeel van de oranje investeringen zijn de investering in Tappersheul I en II. Bij deze investeringen gaan we onderzoeken om deze later kunnen oppakken of onderdeel kunnen laten zijn van de te vormen grondexploitatie "Tappersheul I-II-III". Ook willen we onderzoeken of er een investering noodzakelijk is, of dat onderhoud voldoende kan zijn.
Bij het opstellen van de begroting 2026-2029 gaan wij kijken om deze investeringen verder te faseren, zodat de schuldquote daalt.
Bij de rode investeringen hebben wij investeringen geschrapt. Naast de reeds genoemde investeringen Masterplan binnenstad (tranche 2027 en 2028) hebben wij ook de investeringen van het ophogen van de Opweg en Diemerbroek geschrapt. Wel gaan wij onderzoeken welk onderhoud er aan deze wegen moet gebeuren omdat de veiligheid te kunnen garanderen. Voor dit onderzoek hebben we een bedrag van € 50.000 in de Voorjaarsrappportage 2025 opgenomen. Verder willen we, op het moment dat er bij het vaststellen van de begroting in november, het overschot storten in de reserve wegen om zo al een stuk dekking hebben voor de te verwachten uitgaven.
Door de investeringen scherper in de tijd weg te zetten, met een reële planning zal de hoogte van de schuldquote dalen. Hiernaast moeten wij voldoen aan hetgeen in de Financiële verordening 2023 is opgenomen.
Hierin staat:
Bij het optreden van een begrotingswijziging waardoor er een overschrijding optreedt van de signaalwaarden 1 (90%) en/of 2 (130%) is een besluit van de raad vereist.
Bij overschrijding van de signaalwaarde 2 (130%) is de raad voor besluitvorming in kennis gesteld op welke wijze is voldaan aan volgende voorwaarden:
* De exploitatie is voor ieder jaar van de komende begrotingsperiode minimaal sluitend;
* In de meerjarenbegroting is binnen 3 jaar zicht op verbetering naar minimaal signaleringswaarde 2;
* Het risicoprofiel van de leningenportefeuille en de relatie tussen de jaarlijkse investeringsomvang en het afschrijvingsvolume zijn evenwichtig.
Bij het vaststellen van de Programmabegroting 2026-2029 geven wij aan of en hoe wij aan de voorwaarden kunnen voldoen.
Op dit moment vinden wij, uit het oogpunt van "total cost off ownership" het belangrijk om toch investeringen uit te laten voeren voorbij de schuldgrenzen uit de financiële verordening. Dit omdat het werk in uitvoering is dan wel aansluit op eerdere fases van en investering. Hiermee worden nu kosten gemaakt, om hogere kosten in de toekomst te voorkomen.
In onderstaande tabel zijn alle reeds verstrekt en aangevraagde investeringen opgenomen.