Paragraaf 1 Lokale heffingen

Wat is het doel van deze paragraaf?

Terug naar navigatie - Wat is het doel van deze paragraaf?

Het totale pakket van gemeentelijke belastingen en heffingen bestaat uit een tiental verschillende belastingen, heffingen en rechten die worden gelegitimeerd door een belastingverordening die door de gemeenteraad is vastgesteld.

Deze paragraaf geeft een overzicht op hoofdlijnen van deze heffingen die bij de diverse programma’s in de programmabegroting zijn geraamd. In het kort geven we aan welk beleid we in het begrotingsjaar gaan voeren ten aanzien van de lokale heffingen. Het lokale beleid is vastgesteld in de belastingverordeningen. Verder is een overzicht opgenomen van de geraamde opbrengsten, wordt aandacht besteed aan de lokale belastingdruk en aan het kwijtscheldingsbeleid.

Wettelijk kader en gemeentelijk kader

Terug naar navigatie - Wettelijk kader en gemeentelijk kader

Ten aanzien van de heffingen onderscheid de wet drie soorten:

• Belastingen: gedwongen betalingen aan de overheid waar geen rechtstreekse contraprestatie van de overheid tegenover staat. Ze kunnen aan een brede of specifieke doelgroep in rekening worden gebracht.
• Bestemmingsheffingen: deze die dienen ter bestrijding van specifieke kosten. Voorbeelden zijn de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Deze heffingen mogen niet meer dan kostendekkend zijn.
• Rechten: een betaling waar een direct aanwijsbare contraprestatie van de overheid tegenover staat. Deze contraprestatie kan bestaan uit een product of dienst. Onderscheid kan worden gemaakt in onder meer gebruiksrechten (bijvoorbeeld haven- of marktgelden) en genotsrechten (waaronder leges). De hoogten van sommige rechten zijn landelijk bepaald. Verder geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn.

 

Naast het landelijk beleid is het volgende gemeentelijk beleid geformuleerd:

• De bestemmingsheffingen en rechten zijn in principe 100% kostendekkend. Dat is niet overal het geval omdat er bijvoorbeeld wettelijke voorschriften zijn (wettelijke tarieven).
• De heffingen worden in 2020 verhoogd met 2,6%. Uitgezonderd onroerende zaakbelastingen (2,6%+2%+verhoging conform RIB 19R.00178), bruggelden (0%), marktgelden (5%), rioolrechten (10%+2,6%) en afvalstoffenheffing (17%+2,6%).
• Kwijtscheldingsbeleid. Voor de OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend aan personen (niet aan bedrijven). De gemeente Oudewater hanteert voor de kwijtschelding de norm die door het Rijk gegeven wordt aan de gemeenten: 100% van de norm voor de bijstand. Bij een norm onder de 100% is er sprake van strenger beleid. Vrijwel alle inwoners die een aanslag gemeentelijke belastingen ontvangen en moeten rondkomen van een bijstandsuitkering of alleen een AOW uitkering en geen vermogen hebben, komen op basis van deze norm voor kwijtschelding in aanmerking. De regelgeving voor de kwijtschelding is neergelegd in de Leidraad Invorderingswet 1990.

Geraamde opbrengsten

Terug naar navigatie - Geraamde opbrengsten
Baten Baten Baten
begroting Begroting Rekening
Belastingen en heffingen 2020 2019 2018
A. Belastingen
1 Eigenaren woningen 1.595 1.437 1.358
Eigenaren niet-woningen 452 432 442
Gebruikers niet-woningen 283 270 250
2 Precariobelasting 11 11 9
3 Toeristenbelasting 12 12 10
Subtotaal A Belastingen 2.353 2.162 2.069
B . Bestemmingsheffingen
1 Afvalstoffenheffing 1.165 989 779
2 Rioolheffing 1.295 1.150 1.110
Subtotaal B Bestemmingsheffingen 2.460 2.139 1.889
C. Rechten
1 Leges burgerzaken 160 182 185
2 Begrafenisrechten 16 16 16
3 Marktgelden 23 23 21
4 Bruggelden 12 12 13
5 Omgevingsvergunningen
Subtotaal C Rechten 211 233 235
Totaal € x 1.000 € 5.024 € 4.534 € 4.193

Lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Lokale lastendruk

De lokale lastendruk geeft voor de belangrijkste tarieven weer wat een inwoner van de gemeente betaalt en hoe deze zich de afgelopen jaren hebben ontwikkeld (fictief huishouden). De bedragen zijn gebaseerd op een gezin in een woning met een gemiddelde waarde voor belastingjaar 2020 van € 283.000,- (2019: € 260.000,-, 2018: € 250.000,-).

2020 2019 2018
1 OZB 335 296 285
2 Rioolheffing 266 231 221
3 Afvalstoffenheffing (meerpers.) 261 244 231
Totaal € 862 € 771 € 737

A. Belastingen

Terug naar navigatie - A. Belastingen

Ad 1 OZB
In de onderstaande tabel zijn de OZB-tarieven 2020 en 2019 opgenomen. De tarieven 2020 worden geheven als percentage van de ingeschatte woningwaarde per 1 januari 2019. De prognoses per 1 september 2019 duiden op een gemiddelde stijging voor woningen met 6% en de gemiddelde stijging voor niet-woningen 0%. De werkelijke OZB-opbrengst kan uiteindelijk afwijken van de werkelijke opbrengst door:

- de waardeontwikkeling van de onroerende zaken;
- de te verwachten minder- en meeropbrengsten van respectievelijk sloop en nieuwbouw;
- de waardevermindering als gevolg van bezwaar- beroepsprocedures.

In december worden de OZB tarieven definitief vastgesteld door de raad, deze kunnen daarom afwijken van de tarieven zoals hieronder opgenomen.

Tarief OZB 2020 2019
1 Woningen
a Eigenaren 0,1187% 0,1140%
2 Niet woningen
a Eigenaren 0,2332% 0,2277%
b Gebruikers 0,1842% 0,1715%

 

Opbrengst OZB

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
0.61 Eigenaren woningen 1.595 1.437 1.358
0.62 Eigenaren niet-woningen 452 432 442
0.62 Gebruikers niet-woningen 283 270 250
Totaal € x 1.000 € 2.330 € 2.139 € 2.050

 

Ad 4 Precariobelasting
Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven de openbare dienst bestemde gemeentegrond.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
0.64 Opbrengst € x 1.000 € 11 € 11 € 9

 

Ad 5 Toeristenbelasting
Onder de naam toeristenbelasting wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
3.4 Opbrengst € x 1.000 € 12 € 12 € 10

B. Bestemmingsheffingen

Terug naar navigatie - B. Bestemmingsheffingen

Ad 1 Afvalstoffenheffing
Voor de bestrijding van de kosten die samenhangen met het inzamelen en verwerken van afval is de gemeente bevoegd om de gemaakte kosten te verhalen. Voor het huishoudelijk afval (afval dat ontstaat vanuit particuliere huishoudens) wordt afvalstoffenheffing geheven.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van baten en lasten afvalstoffenheffing. Deze tarieven zijn exclusief btw. Wanneer de baten hoger zijn dan de lasten, wordt het meerdere in de voorziening afvalstoffenheffing gestort.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
7.3 Afval 987 962 719
2.1 Verkeer en vervoer 24 24
6.3 24 24
0.4 Overhead 5 5
btw-lasten te verhalen op btw-comp.fonds 118 118 135
Totale lasten 1.158 1.133 854
7.3 Baten 1.165 989 779
Saldo (=mutatie reserve; - = onttrekking) € 7 -€ 144 -€ 75
Kostendekkendheidsgraad 101% 87% 91%

Dit resulteert in de volgende mutaties van de voorziening afvalstoffenheffing:

  • 2020 storting € 6.780
  • 2021 storting € 22.356
  • 2022 storting € 45.209
  • 2023 storting € 58.437

Dit zijn indicatieve onttrekkingen omdat de hoogte van diverse lasten en baten nog niet exact bekend zijn, zoals de teruggave afvalstoffenheffing n.a.v. het aantal keren dat er huisvuil is aangeboden en de bijdrage uit het afvalfonds.

De kosten voor het inzamelen van huishoudelijk afval vallen in 2020 ook al hoger uit dan in 2019 geraamd. De belangrijkste oorzaak van deze kostenstijging zijn:

- hogere inzamelkosten voor oud papier;
- hogere inzamelkosten huishoudelijk afval a.g.v. wijzigen van inzamelaar
- meer kosten voor inzamelen en verwerken PMD a.g.v. hoger aanbod
- extra inzet voor communicatie om het scheiden van afval door de inwoners te stimuleren
- door de rijksoverheid opgelegde afvalbelasting.

 

De baten kant neemt toe door:

- verhoging van de Afvalstoffenheffing;
- hogere opbrengsten van oud papier;
- hogere bijdrage vanuit het afvalfonds door toename van de aangeboden hoeveelheid PMD;

 

Binnen de post afvalverwerking hebben wij te maken met een aantal risico’s waar wij geen invloed op hebben. Deze risico’s hebben betrekking op ontwikkelingen op de markt, zoals het inzakken van de papierprijs en de beschikbare verwerkingscapaciteit voor PMD. Ook vindt er een nieuwe aanbesteding plaats door de AVU voor de verwerking van restafval en GFT. De uitkomst van deze aanbesteding zal invloed hebben op de kosten voor het verwerken van het huishoudelijke afval. Om deze risico’s voor de begroting op te vangen en daarmee tussentijdse extra onvoorzien stijgingen van de Avalstoffenheffing te voorkomen wordt er in de komende jaren een voorziening gevormd.

 

Teruggave afvalstoffenheffing
Bij de begroting is uitgegaan van onderstaande teruggavestaffel. Een meerpersoonshuishouden dat 4x of minder de minicontainer aanbiedt (of 20x of minder gebruik maakt van de verzamelcontainer) komt in aanmerking voor een teruggave van €30,00.

 

De eventuele teruggave over 2020 wordt in mindering gebracht op de aanslag van 2021.

Aantal aanbiedingen Teruggave
Minicontainer Verzamelcontainer Meerpersoons huishouden Eenpersoons huishouden
Van Tot Van Tot
20x 26x 96x 150x - -
17x 19x 81x 95x € 5,00 -
14x 16x 66x 80x € 10,00 -
11x 13x 51x 65x € 15,00 -
8x 10x 36x 50x € 20,00 € 5,00
5x 7x 21x 35x € 25,00 € 10,00
0x 4x 0x 20x € 30,00 € 15,00

Ad 2: Rioolheffing
Uit de rioolheffing bekostigt de gemeente de uitvoering van de drie gemeentelijke watertaken. Dit zijn het inzamelen en transporteren van afvalwater, het bergen en afvoeren van hemelwater en het zorgdragen voor het grondwater. Onderdeel van hemelwater en grondwater zijn ook maatregelen voor de uitvoering van klimaatadaptatiethema’s wateroverlast en droogte. Meer informatie vindt u in het Gemeentelijk Waterbeleidsplan 2020-2024. De rioolheffing stijgt in 2020 met 10% exclusief inflatiecorrectie. Dit is nodig om de stijgende kapitaallasten als gevolg van vervangingsinvesteringen te kunnen dekken. In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de kosten en baten van de rioolbegroting.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
7.2 Riolering 806 608 601
2.4 Economische havens en waterwegen 39 39 39
BTW 118 81 70
Totale lasten 963 728 710
7.2 Baten 1.295 1.150 1.110
Saldo (=mutatie reserve;- = onttrekking) € 332 € 422 € 400
Kostendekkendheidsgraad 134% 158% 156%

Dit resulteert in de volgende mutaties van de voorziening riolering conform raadsbesluit GWP Oudewater 2020-2024:
(stand per 1-1-2020 € 3.038.120)

  • 2020 storting € 332.736
  • 2021 storting € 500.845
  • 2022 storting € 521.366
  • 2023 storting € 628.096

C. Rechten

Terug naar navigatie - C. Rechten

In de onderstaande tabellen is voor de verschillende rechten opgenomen wat de begrote baten en lasten zijn en wat de kostendekkendheid is. Nagestreefd wordt een kostendekkendheidsgraad van 100%. Zichtbaar is dat voor een aantal tarieven dit nog niet is gerealiseerd.

 

Ad 1 Leges burgerzaken
Onder de naam ‘leges’ wordt een aantal verschillende rechten geheven ‘ter zake van het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten’. Sommige leges zijn niet voor 100% kostendekkend omdat er voorgeschreven wettelijke tarieven zijn (voorbeelden: uittreksels burgerlijke stand, reisdocumenten en rijbewijzen.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
0.2 Burgerzaken 454 433 461
Totale lasten 454 433 461
0.2 Baten 160 182 185
Saldo € x 1.000 -€ 294 -€ 251 -€ 276
Kostendekkendheidsgraad 35% 42% 40%

De baten op de leges nemen af door de wijziging van de Paspoortwet. Doordat onder andere identiteitskaarten tien jaar geldig zijn in plaats van vijf jaar begint nu zichtbaar te worden dat de leges afnemen.

 

Ad 2 Begrafenisrechten
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
7.5 Begraafplaatsen 13 7 5
7.5 Baten 16 16 16
Saldo € x 1.000 -€ 3 -€ 9 -€ 11
Kostendekkendheidsgraad 123% 229% 320%

De kostendekkendheid van de begrafenisrechten neemt grotendeels af door de toename van de kosten planmatig onderhoud aula. De onderhoudskosten aula worden onttrokken uit de reserve Onderhoud gemeentelijk vastgoed.

 

Ad 3 Marktgelden
Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 38 36 35
Totale lasten 38 36 35
Baten
3.3 Bedrijvenloket en bedrijfsregelingen 23 23 21
Totale baten 23 23 21
Saldo € x 1.000 -€ 15 -€ 13 -€ 14
Kostendekkendheidsgraad 61% 64% 60%

De lagere lasten worden veroorzaakt door het wegvallen van de kosten van de bediening van de Wilhelmina van Pruisenbrug.

 

Ad 4 Bruggelden
Voor iedere doorvaart van de Hoenkoopse brug wordt € 2,- per vaartuig gerekend. Met de opbrengst hiervan wordt een deel van de brugbediening door medewerkers van Ferm Werk bekostigd.

Taak Begroting Begroting Rekening
veld 2020 2019 2018
Lasten
2.1 Verkeer en vervoer 42 77 64
Totale lasten 42 77 64
2.4 Baten 12 12 13
Saldo € x 1.000 -€ 30 -€ 65 -€ 51
Kostendekkendheidsgraad 29% 16% 20%

De lagere lasten worden veroorzaakt door het wegvallen van de kosten van de bediening van de Wilhelmina van Pruisenbrug.

 

Ad 5 Omgevingsvergunningen
Binnen het taakveld omgevingsvergunning is de kostendekkendheid afhankelijk van de baten. Temporisering van de baten levert een lagere kostendekkenheid. Echter hogere baten zijn meestal gekoppeld aan een grotere werklast wat uiteindelijk kan leiden tot meer capaciteitsinzet. Gevolg hiervan is dat de kostendekkendheid dan niet wordt vergroot maar gelijk blijft.

Taak Begroting Begroting Rekening
Veld 2020 2019 2018
Lasten
8.3 Wonen en bouwen 374 645 648
Totale lasten 374 645 648
Baten
8.3 Wonen en bouwen 299 291 312
Totale baten 299 291 312
Saldo € x 1.000 -€ 75 -€ 354 -€ 336
Kostendekkendheidsgraad 80% 45% 48%

Om de kostendekkendheid te berekenen zijn twee modellen bekend. De methode Activity based costing is een benadering vanuit een blanco situatie en wordt bekeken hoeveel tijd er gemiddeld met een aanvraag is gemoeid. De methode kostenverhaal gaat uit van de bestaande begroting als uitgangspunt. In 2019 is gebruik gemaakt van de methode kostenverhaal en in 2020 van de methode Activity based costing. Dit zorgt voor een reëlere werkelijkheid van de gemaakte kosten en heeft tot gevolg dat er minder kosten worden toegerekend aan de leges omgevingsvergunningen. Door de lagere kosten is de kostendekkendheid toegenomen.

D. Vergelijking met andere gemeenten

Terug naar navigatie - D. Vergelijking met andere gemeenten
Belastingsoort 2019 Oudewater Woerden Bodegraven Montfoort De Ronde
Reeuwijk Venen
OZB woningen 0,11% 0,12% 0,14% 0,13% 0,09%
OZB niet woningen 0,40% 0,43% 0,47% 0,64% 0,25%
Afvalstoffenheffing
Eenpersoonshuish. € 147 € 184 € 194 € 152 € 172
Meerpersoonshuish. € 244 € 221 € 238 € 248 € 224
Rioolheffing € 231 € 189 € 356 € 228 € 210